Hongerdoeken zijn illustraties bij de Vastenaktie van het Duitse Misereor en de Bijbellezingen die daarbij behoren. In Nederland zijn deze eveneens uitgegeven en zowel in Rooms-katholieke als in Protestantse kerken gebruikt.
De Argentijnse schrijver, schilder en beeldhouwer Adolfo Pérez Esquivel vindt zijn inspiratie bij mensen als Ghandi en Martin Luther King: de geweldloze strijd voor een goede en rechtvaardige zaak. Vanuit die bewogenheid zet hij zich al vele jaren in voor de zaak van armen en verdrukten. In 1980 werd hem de Nobelprijs voor de vrede toegekend. De aanleiding van deze hongerdoek is de herdenking in 1992 van de ‘ontdekking’ van Amerika in 1492, afgebeeld rechtsboven. Voor de oorspronkelijke bewoners heeft dat weinig geluk gebracht. Ze werden onderworpen, van mensen tot dingen gemaakt, tot slaven van de blanke overheersers. Hun eeuwenoude cultuur beeldde Esquivel midden boven af: de poort van de zon in Bolivia, Machu Picchu in Peru, de piramides van de Azteken en Maya’s in Midden Amerika. De gouden zon is voor de indianen het beeld van God, tegen van hoop en toekomst. Links op het hongerdoek schildert hij het minder mooie heden: krottenwijken, vervuilende industrieën, verstedelijking en onderdrukking door de politie van straatkinderen, werklozen en andere armen. Maar er is ook hoop. Vooraan op het doek zien we de opgestane Christus. Met hem trekken op landloze boeren die op zoek zijn naar het van hen afgenomen land, verdwenenkinderen, de vermoorde leider van de rubbertappers in Brazilië Chico Mendes, en de Guatemalteekse katechist Vincente Menchu, de vader van Rigoberta, eveneens vermoord. Ook Bisschop Romero zien we, de ‘dwaze moeders’ uit Argentinië, maar ook de Indiaanse leider Tupac Amaru, onthoofd door de Spanjaarden, en de legendarische Braziliaanse slavenleider Zumbi. Samen met vele anderen die hun leven hebben gegeven is Jezus op weg naar een nieuwe wereld. Ze vragen ons met hen mee te gaan! De hongerdoek is de 15e, de verrijzenisstatie van een kruisweg die Esquivel voor 1992 schilderde.