Resultaten met de herkomst Indonesië

Zendingsbezoek

Dinsdag 30 juli kwam mw. Sasja Keijl-Rigters met twee dochters op bezoek. Zelf is mw. Rigters in Ghana geboren als dochter van de familie Rigters, omdat de heer Karel Rigters er destijds landbouwvoorlichting en onderwijs gaf op Garu Agric Station van de Ghanese Presbyteriaanse Kerk (PCG). Maar in dit geval kwam zij voorwerpen brengen uit de zendingsperiode van haar opa, ds. H.A.C. Hildering die in de jaren voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in Nederland-Indië/Indonesië predikant was in Surabaya, niet alleen van de Indische Kerk, maar in het bijzonder voor de Chinese Kerken en voor het contact met de Oost-Javaanse kerk. Naast twee authentieke wajang golèk poppen bracht zij een tinnen avondmaalstel en een herinneringsbord ‘uit dankbaarheid’ van de Chinese kerken aan de familie Hildering mee.

Mooie opening in Workum

Jl. vrijdag 19 april was de opening van de dubbeltentoonstelling Een heidens karwei en De boodschap van Balinese schilders” in de Grote of St. Gertrudiskerk te Workum. In deze grote imposante drie-beukige hallenkerk uit de vijftiende en zestiende eeuw waren 60-70 mensen aanwezig om deze opening bij te wonen. De voorzitter van de kerkenraad van PG Workum ontving als gastheer bij deze gelegenheid de tentoonstellingsgids van de Balinese schilderijen. De classispredikant ds. Riemer Praamsma ontving de boeken bij de jeugdzendingsboekjes bij wijze van opening. Daarna was er alle gelegenheid de beide exposities bij lang te gaan en onder het genot van een hapje en een drankje na te praten.
Veel belangstelling ook voor de schilderijen expositie.

Balinese kunstenaar I Nyoman Darsane overleden

Op 25 maart jl. overleed op 84-jarige leeftijd een van de bekendste Balinese christelijke kunstenaars I Nyoman Darsane. Hij was, ook in Nederlandse zendingskringen, een graag geziene gast en in 1997 exposeerde hij in de Laurenskerk in Rotterdam tijdens de viering van ‘Twee eeuwen zending’, waar hij ook met een christelijke Balinese Dans een bijdrage aan de herdenkingsdienst leverde. In 2013 sierden ook werken van zijn hand de laatste MissieZendingskalender.
In 2016 organiseerden wij vanuit het Zendingserfgoedhuis een tentoonstelling met nieuw werk van hem die achtereenvolgens in De Sjoel in Brielle, in de Martinuskerk in Cuijk en de Grote Kerk in Zwolle. In de collectie bevinden zich diverse werken van zijn hand.

Prof. Volker Küster, die onder andere aan de PThU in Kampen doceerde en hechte banden met Darsane en zijn familie onderhield bezorgde ons een mooi In Memoriam dat u hieronder kunt lezen.

In Memoriam Nyoman Darsane (1939-2024)
© Prof. Dr. Dr. h.c. Volker Küster


Darsane werd in 1939 geboren in Payangan, Gianyar op Bali. Zoals veel Balinese rijstboeren was zijn vader ook muzikant en speelde hij in het orkest van de plaatselijke prins. Nyoman groeide op in het paleis samen met zijn zoon, een van de laatste prinsen van Bali. Hierdoor kreeg hij een diepgaande kennis van de Hindoe-Balinese religie en cultuur, wat hem ten goede kwam in zijn carrière als kunstenaar. Darsane schilderde niet alleen met olie- en acrylverf en maakte batiks, hij was ook muzikant, danser, schaduwpoppenspeler (dalang) en verhalenverteller. Op 17-jarige leeftijd bekeerde hij zich uit eigen beweging tot het christendom. Naast zijn rijke oeuvre van christelijke kunst choreografeerde hij verschillende dansen over bijbelse thema’s en leidde hij een tijdlang een christelijke dansgroep. Voor wayang voorstellingen in een christelijke context heeft hij een serie eigen schaduwpoppen ontworpen, die hij mengt met de traditionele personages. Hij heeft ook teksten gecomponeerd en geschreven voor kerkliederen.
Al voordat hij naar de basisschool ging, was Nyoman geïnteresseerd in tekenen. Bij gebrek aan papier en ander materiaal tekende hij op de achterkant van een bananenblad of met zijn vingers op de muur. Hij ging naar de basisschool in Bagang. Hij woonde in het huis van zijn oom, die als politieagent in Oost-Bali werkte. Zijn kunstleraar kwam uit Denpasar. Als beste van zijn klas mocht Nyoman vaak bij hem thuis oefenen met potloodtekenen; kleuren waren te duur. In het derde jaar van de basisschool kwam zijn vader op het idee om de toen tienjarige de muren van de familietempel te laten beschilderen. Nyoman leerde van de poppenspelers hoe hij de traditionele figuren van de Mahabharata, Ramayana en Tantri Tantri, een verzameling dierenverhalen in de stijl van Duizend-en-een-nacht, moest schilderen. Hij ging ook naar de andere kunstenaars in het dorp en sprak met de vader van zijn vriend in het paleis om inspiratie op te doen.
Na de middelbare school verhuist Nyoman naar Denpasar, waar hij naar de Senior High School voor leraren gaat. Hij ontmoet weer een goede kunstleraar die een opleiding heeft gevolgd in Semarang op Java. Hij adviseert hem om daar ook te gaan studeren. De grootvader moedigt de oudste zoon van de familie aan om dit advies op te volgen, ook al waren ze arm. Hij vraagt Nyomans vader om een stuk land te verkopen. Darsane werkte tijdens zijn studie in een bioscoop. Hij was ook een succesvol volleybalspeler. Via de politie- en universiteitsteams kwam hij in het Balinese team en uiteindelijk werd hij genomineerd voor het nationale team. Aanvankelijk woonde hij bij een familielid in de kazerne. Met de hulp van zijn toekomstige vrouw Diana kon hij als Hindoe terecht in een hostel van het Leger des Heils in Semarang. Samen met andere studenten, maar ook bedelaars, bracht hij de nacht door in een grote slaapzaal met 20-30 mensen. Als tegenprestatie moest hij elke zondag naar de kerk. In die tijd las hij veel in een tweedelige geïllustreerde Bijbel.
Darsane wilde oorspronkelijk voor twee jaar naar Bandung om verder te studeren. Een van zijn leraren vroeg hem echter: „Wil je kunstenaar worden of over kunst praten?“ Hij besloot toen om kunstles te gaan geven op een middelbare school in Denpasar (1964-1974) om in zijn levensonderhoud te voorzien. Darsane heeft herhaaldelijk benadrukt hoe belangrijk het voor hem was om op jonge leeftijd naar Java te reizen en kunstenaars in Yogya, Bandung en andere steden te ontmoeten en van hen te leren. Naast Affandi (1907-1990) noemt hij de Balinezen Ida Bagus Made [Poleng] (1915-1999) en Nyoman Mandra (1946-2018) en de Europeanen Rudolf Bonnet (1895-1978), Ari Smit (*1916) en Han Snel (1925-1998), die op Bali woonden, als invloeden. Darsane leerde ook de batiktechniek in Yogya en Solo.
Zijn academische opleiding aan de kunstacademie in Semarang bracht hem uiteindelijk in contact met de westerse traditie. Hier waren het Paul Gauguin, Vincent van Gogh en Marc Chagall, en in de jaren negentig ook Gustav Klimt en Egon Schiele, die indruk op hem maakten. Darsane behoort dus tot de heterogene groep van zogenaamde academici, kunstenaars die aan een van de kunstacademies van het land hebben gestudeerd. Hoewel ze experimenteren met westerse stijlelementen, zijn ze voortdurend op zoek naar hun eigen Balinese identiteit. In Darsane’s geval probeert hij deze religie een Balinese vorm te geven sinds zijn bekering tot het christendom. Na zijn huwelijk bezocht hij vaak de Nederlandse missionaris Henk Visch (1919-2009), die van 1948 tot 1971 op Bali werkte, om met hem het christelijk geloof te bespreken. In 1967 creëerde hij de eerste christelijke motieven.
Door zijn bekering werd Darsane buitengesloten door zijn familie en gemeden door de dorpsgemeenschap. In het Agama Hindoe Bali, dat sterk gekenmerkt wordt door de primaire religie, zijn religie en gemeenschap nauw met elkaar verweven. Wie zich afkeert van de gemeenschappelijke religie, ontkent ook de solidariteit van de gemeenschap. In plaats van het gebruikelijke gearrangeerde huwelijk maakte Darsane zijn eigen keuze toen hij trouwde met Diana Tjokropramono (Oei Ing Tong), een christen van Chinese afkomst. Hun enige kind Yosef, Yoshi genaamd, erfde het talent van zijn vader en begon zelf aan een artistieke carrière. Darsane’s intensieve pogingen om het christendom een Balinese vorm te geven, overtuigden zijn familie en de dorpsgemeenschap er uiteindelijk van dat hij nog steeds een van hen was. Uiteindelijk werd hij weer zeer gerespecteerd en zijn advies werd gewaardeerd, zelfs in religieuze zaken. Zijn relatie met zijn kerk wordt ook gekenmerkt door ups en downs. Onder bisschop Wayan Mastra werd Darsane een centrale figuur in de contextualiseringsinspanningen van de Bali-kerk en was hij zelfs een tijd in dienst van de synode. Onder invloed van het welvaartsevangelie nam de belangstelling voor de Balinese identiteit echter af. In zijn atelier in Batubulan heeft Darsane een kerk opgericht die de geest van inheemsheid levend probeert te houden en die de afgelopen jaren gestaag is gegroeid. Tentoonstellingen in Singapore (1974), Jakarta/Indonesië (1975), Zwitserland (1982&1992), Zweden (1989), Duitsland (1991, 1999&2016), Nederland (2009&2016) en de VS (2007) getuigen van internationale erkenning.
Darsane’s stijl is erg expressief. Hij werkte heel weinig met potloodschetsen. Veel van zijn werk ontstond spontaan op het doek, hoewel een deel ervan slechts enkele keren werd overschilderd. Daarom gebruikt hij bij voorkeur acrylverf, die door zijn textuur bijzonder geschikt is voor deze schilderstijl. De laatste jaren werkte hij echter steeds vaker met aquarelverf en soms inkttekeningen. Niet in de laatste plaats om economische redenen, want deze zijn goedkoper dan de doeken op groot formaat en daardoor makkelijker te verkopen. De kunstenaar heeft daarvoor veel motieven uit zijn acrylschilderijen overgenomen.
Darsane was een zeer experimentele kunstenaar, die altijd probeerde zijn eigen stijl te ontwikkelen. Tegelijkertijd worstelde hij met een repertoire van thema’s die hij steeds opnieuw interpreteerde. Hij vierde de schoonheid van Balinese vrouwen in de vorm van Maria, Maria en Martha en de tien maagden, soms ook Esther en Bathseba. Maria’s geloof en deugd fascineerden hem, net als de balans van tegenstellingen tussen Maria en Martha en de vijf wijze en dwaze maagden. Maar ook de vraag wie Jezus Christus is voor de Balinezen hield hem voortdurend bezig. Dit heeft hem ook tot een pionier van de Balinese contextuele theologie gemaakt.

Een sleutelbeeld voor zijn bekering is de tussenkomst van Jezus in een processie naar de crematieplaats, die hij in verschillende variaties schilderde, hier een onvoltooid exemplaar dat ik fotografeerde op de bovenverdieping van zijn atelier tijdens mijn laatste bezoek in het voorjaar van 2023. In het midden onderaan het schilderij draagt een extatisch bewegende groep mensen een van de grote processiefiguren, een crematieschrijn in de vorm van een zwarte stier, met daarin het lichaam van een lid van de boeren- en ambachtelijke kaste (shudra). Rechts daarboven volgt een andere groep met een meru-vormig heiligdom (bade boma), de oorspronkelijke krijgerskaste (ksatria). Tussen hen in draaien vier mannen met speren om elkaar heen, een toespeling op de oorlogsdans die Darsane’s voorstelling van de kruisiging inspireerde. Aan de bovenrand van de afbeelding zien we links en rechts een groep van twee en in het midden vijf danseressen, die doen denken aan zijn afbeeldingen van de tien maagden, Maria en Martha, Jezus en Maria. Jezus is hier afgebeeld in het kwadrant linksonder, dansend met een boog. Hij richt op het hoofd van een van de slangen (nagas) die zich rond het transportheiligdom hebben verzameld en vuur ademen. Achter zijn rug zijn een andere naga en demonen vaag te herkennen; een vrouw vlucht van het tafereel naar links. Traditioneel worden de nagafiguren tijdens de processie voor het transportheiligdom gedragen en darmee met witte doeken verbonden. De ziel wordt bevrijd van het lichaam door crematie en begint aan een nieuwe incarnatie in de cyclus van wedergeboorten. De pijl van Jezus wordt verondersteld deze cyclus te doorbreken door de naga te doden. Traditioneel is het een Brahmaan die vanuit de vier windrichtingen bloemenpijlen afschiet op de chaosslang vóór de verbranding om de kosmische lotusorde (padma) te herstellen. Hier wordt zijn rol overgenomen en geherinterpreteerd door Jezus. Aangetrokken door de christelijke hoop op wederopstanding en het behoud van het individu, keerde Darsane zich af van het hindoeïsme.
Pak Darsane overleed op 25 maart 2024 na een kort ziekbed op de intensive care van het ziekenhuis in Denpasar. Het is te hopen dat het museum dat hij tijdens zijn leven in zijn atelier in Batubulan heeft opgezet veel bezoekers van heinde en verre zal trekken, zodat de herinnering aan deze doyen van de Balinese christelijke kunst en theologie een blijvende plaats krijgt.

De biografie is in herziene passages overgenomen uit Volker Küster, Zwischen Pancasila und Fundamentalismus. Christliche Kunst in Indonesien, Leipzig 2016, 93-97.

Geslaagde openingen in Winsum

Op 17 november vonden de openingen plaats van de de twee exposities die daar nu te zien zijn. In het KinderBoekenHuis was de opening van de tentoonstelling Een heidens karwei! Zendingsverhalen voor kinderen. Tijdens de opening vertelde Marit Claus, auteur van de master scriptie aan de RUG “Maar thans heb ik met heel mijn hart Toewan Jezus lief” over haar werk, dat de basis vormt van de tentoonstelling. Zij wist de belangstellenden met haar korte uitleg bijzonder te boeien.

Aansluitend vond in de ernaast gelegen Obergumer kerk de opening van de expositie De Boodschap van Balinese schilders. De Bijbel verbeeld vanuit Balinees perspectief plaats. Kunstenaar Henk Helmantel liet zijn licht schijnen over het schilderwerk van een kleine groep Balinese schilders die in de traditionele wajang of kamasan stijl Bijbelse voorstellingen op het schilderdoek hebben gebracht.

De ongeveer veertig belangstellenden toonden grote interesse voor beide exposities.

 

Marit Claus vetelt over haar scriptie 

Henk Helmantel geïnspireerd door de Balinese schilders

Jezus genas vele zieken, kreupelen en anderen

I Wayan Turun uit Ubud Bali was de eerste traditioneel Balinese schilder die in deze stijl ook Bijbelverhalen schilderde. Het is opvallend welke gedeelten van de Bijbel hem als hindoe aanspraken. Genezingen werden door hem als belangrijk geschetst omdat het de cyclus van het leven en de spiraal van de reïncarnatie kennelijk doorbrak.  I Wayan Turun is altijd hindoe gebleven

Unieke documenten geschonken

Vrijdag 22 september bezocht de heer Wesseldijk uit Gennep het Zendingserfgoedhuis. Hij is de kleinzoon van zendeling Johannes Willem Wesseldijk die voor het Nederlands Zendelinggenootschap NZG van 1920-1937 en na een verlof in Nederland van 1939-1945 naar midden Sulawesi werd uitgezonden. Persoonlijke brieven uit deze zendingsperiode, lezingen, zijn huwelijksaankondiging en akte en edities van de Zutphense Zendingsbode behoren tot het materiaal dat werd overhandigd. Een rijke schat voor onderzoek naar het leven en werken van zendelingen, waar we bijzonder blij mee zijn.

Drukbezochte boekpresentatie

Op vrijdag 15 september vond ’s middags in de kerkzaal van de Vrije Universiteit op de 16e verdieping van het hoofdgebouw de boekpresentatie van Van Kampongkind tot Doctor. De ondertitel van het gepresenteerde boek is: ‘Mijn worsteling om te promoveren aan de VU’ en de presentatie kon daarom niet beter plaatsvinden dan bij de VU. Bijna tachtig mensen waren aanwezig op de bijeenkomst die door prof. Fred van Lieburg van het HDC Centrum voor de geschiedenis van het Protestantisme in Nederland werd georganiseerd. Na zijn introductie en een korte terugblik op de VU, was het mw. Hylkje Steensma die namens het Zendingserfgoed een overzicht gaf van de activiteiten van de stichting en van hoe het boek, deel 4 uit de Zendingserfgoedreeks van idee tot boek was gekomen. Aan het einde kon zij een exemplaar aan dr. Andreas A. Yewangoe, de Indonesische auteur van het boek die met zijn vrouw voor de presentatie naar Nederland was gereisd, overhandigen. In zijn toespraak ging dr. Yewangoe in op de inhoud van het boek, maar tegelijk roerde hij ook de actualiteit aan. Prof. em. Anton Wessels, destijds een van de twee promotoren van dr. Yewangoe hield een lezing waarna een korte discussie. Nog lange tijd werd na het officiële programma nagepraat, werden oude banden aangehaald en nieuwe gesmeed.

 

                     

Boekpresentatie bij de VU

Samen met het Historisch Documentatie Centrum Centre for Religious History aan de Vrije Universiteit te Amsterdam organiseren we de presentatie van het boek Van Kampongkind tot Doctor. Mijn worsteling om te promoveren aan de VU. Het boek bevat de persoonlijke herinneringen van Ds. Andreas Yewangoe, die ruim dertig jaar geleden in het Indonesisch een dagboek van zijn ervaringen bij hield. Dr. Yewangoe is samen met zijn vrouw uit Sumba overgekomen om de boekpresentatie bij te wonen. Naast een reactie van hemzelf, staan ook een lezing van zijn promotor destijds Prof. em. dr. Anton Wessels en van de plaatsvervangend Ambassadeur van Indonesië op het programma. Vrijdag 15 september 2023 14.30-17.30 in de kerkzaal van de VU 16e etage.

Bezoek uit Jakarta

Vrijdag 12 mei bezocht de heer Yusak Soleiman het Zendingserfgoedhuis. De in Nederland, op de vroege kerkgeschiedenis van Semarang, gepromoveerde theoloog is directeur van het Documentatiecentrum voor de geschiedenis van de Indonesische kerken. Het centrum is gevestigd aan de Theologische Hogeschool in de Indonesische hoofdstad. Daar beheert het centrum een belangrijke collectie archieven, waaronder dat van de Indonesische Gemeenschap van Kerken, en een collectie historische boeken in het Nederlands, Maleis en Bahasa Indonesia. Met grote belangstelling nam de heer Soleiman kennis van de collectie en activiteiten van het Zendingserfgoedhuis. Ideeën voor een Indonesische variant borrelden ruimschoots op tijdens het bezoek.

Javaans bezoek

Zaterdag 25 maart kwamen bu Wiwil en haar zoon Eko samen met zijn zoontje Heru naar het zendingserfgoedhuis. Eko woont al jarenlang in Nederland na een studie in Nijmegen. Bu Wiwil was bij hem op bezoek. Doel was om een boekje, dat in het Javaans geschreven is, op te halen zodat bu Wiwil dat mee terug kan nemen naar Malang waar het centrum van de Oost-Javaanse Kerk is. Daar is bu Lies Hadiyanto, die met haar man een aantal jaren in Nederland voor de zending werkte, bezig om samen met anderen de geschiedenis van haar kerk te beschrijven. En het boekje dat in 1952 op Java verscheen, kan daar een rol in spelen. Bu Wiwil en Eko waren enthousiast over wat er zoal in Zendingserfgoedhuis te zien was. Van de Javaanse gong tot het deels in het Javaans hansdgeschreven herinnneringsboek dat dokter Scheurer in 1906 bij zijn afscheid van het door hem opgerichte Petronella-ziekenhuis. En van de gevlochten mand op steel, waar de kippen op roesten (mevrouw Wiwil is boerin op haar eigen sawah of rijstveld) tot de kinderbijbel van CERIA uitgegeven door de BPK, de christelijke uitgeverij die destijds door dr. Verkuyl werd opgezet. Kortom een leuk en bijzonder bezoek waar zeker nog straks op Java over wordt nagepraat.

Van het Tropenmuseum naar het Zendingserfgoedhuis

Woensdag 11 januari trok een kleine delegatie naar het Tropenmuseum in Amsterdam. De aanleiding was dat het museum een oude bruikleen aan het Luthers Genootschap voor In- en Uitwendige Zending aan het genootschap wilde teruggeven. Het ging om vier objecten die in 1927 in bruikleen waren gegeven nadat ze eerder op een tentooonstelling voor het 75-jarig jubileum van het genootschap hadden gestaan. Vier voorwerpen van de Batu-eilanden bij het eiland Nias voor de westkust van Sumatra in toen Nederlands-Indië. Topstuk is een in miniatuur nagebouwd hoofdenhuis (‘omo’) in de traditionele stijl van deze eilanden. Wel een enorme miniatuur van 85 x 85 x 43 cm. Deze verkeerd nog in uitstekende staat. De voorwerpen waar ook een haan, een muziekinstrument en een schild toe behoren gaan voorlopig naar het Luther Museum voor een tentoonstelling over Nederlandse Lutheranen naar overzee. Daarna komt de bruikleen naar het Zendingserfgoedhuis. Het is mooi nu ook enkele voorwerpen uit het Lutherse zendingsverleden in de collectie te hebben.

Er wordt getekend voor de teruggave.

Wasiat jang beharoe – nieuwe testament Maleis

Wasiat jang beharoe – nieuwe testament Maleis (11449)

Nieuw Testament eigendom van zendeling Govert Maan, afgevaardigd door UZV naar Zuid Sulawesi 1895-1908 en Halmahera daaraanvolgend – Het NT is op zendingspost Boeli in Halmahera gebruikt, info van een kleindochter

Bezoek uit Gendt en Ophemert

Na een flinke autorit kwamen op woensdag 6 april Lian en Dike ten Kate een bezoek aan het Zendingserfgoedhuis brengen. Twee dochters uit het gezin van ds. Ten Kate die vlak na de oorlog naar Nederlands Nieuw Guinea vertrok. Hun verblijf als kind in Papoea in Korido-Biak en Kwawu-Manokwari heeft hen een levenslange verbondenheid met het gebied en met de Papoea’s gegeven. Bijvoorbeeld door het opzetten van een stichting tot ondersteuning en ontwikkeling van het gebied.

Ze kwamen niet met lege handen want opnieuw vonden objecten, documentatie en boeken hun weg naar onze collectie. Materiaal beperkte zich niet tot Papua, maar omvatte ook spullen van Napoe, Midden Sulawesi waar opa Ten Kate met zijn gezin voor de oorlog voor de zending  heeft gewerkt. Artefacten van hem zijn nu nog in de collectie van het Wereldmuseum Rotterdam aan te treffen.

Met bijzondere belangstelling en sprekend vanuit de ervaring werd de collectie en het werk achter de schermen bekeken. Omdat er zo veel te zien is, is het voornemen nog een keertje terug te komen. Op het eind van het bezoek werd nog even stilgestaan bij de ervaringen uit het gezin Ten Kate met het achterblijven van sommige kinderen in Nederland voor verdere schoolopleiding, maar ook met het proces van ‘weer inburgeren in “veranderd” Nederland’, na ongeveer tien jaar aanwezigheid op het zendingsveld.

Tentoonstelling in de Dorpskerk te Voorschoten

De tentoonstelling De boodschap van Balinese schilders is in de Veertigdagentijd in de Dorpskerk, Kerkplein 2 te Voorschoten te zien. een expositie van tien schilderijen over het leven en lijden van Jezus verbeeld door de Balinese kunstenaars Wayan Turun, Ketut Lasia, Nyoman Tulus en Geremong in de traditionele Wayang of Kamasan stijl van de Hindoe hofschilderkunst. Zeker een bezoekje waard dus.

Tentoonstelling 40 dagen-tijd Welkomkerk Zuidland

In de Welkomkerk van de Protestantse Gemeente Zuidland is in deze veertigdagentijd tot en met Pasen de tentoonstelling ‘Op weg naar Pasen in Batik’ te zien. Vier schilderijen op batik gemaakt door twee kunstenaars. De batiks De voetwassing en De kruisiging van de bekende Balinrese christelijke kunstenaar I Nyoman Darsane en de batiks Het laatste avondmaal en De kruisiging van de jonge dominee kunstenaar Khristian Aris Widodo van Yogyakarta. Te zien in zaal vijf van de Welkomkerk aan de Wilhelminastraat in Zuidland.