U gebruikt een verouderde browser. Om die reden werkt deze site wellicht niet naar behoren.Direct naar hoofdinhoud

Beleidsplan 2021 – 2026

BELEIDSPLAN 2021 – 2026 STICHTING ZENDINGSERFGOED

De stichting
Stichting Zendingserfgoed is opgericht op 8 november 2011.
Zij is gevestigd te Zuidland en ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnmond onder nummer 54072581.
De vigerende statuten zijn die welke bij de akte van oprichting van 8 november 2011 voor mr. Roeland Hugo Breedveld, notaris te Leiden zijn verleden.
Het Rechtspersonen en Samenwerkingsverbanden Informatie Nummer (RSIN), dat sinds 2010 het fiscaalnummer heeft vervangen, van de stichting is 8511.46.648. Het is bij de inschrijving van de stichting bij de Kamer van Koophandel toegekend.
De stichting is door de Belastingdienst Ondernemingen ‘s-Hertogenbosch aangemerkt als Algemeen Nut Beogende Stichting, een instelling zoals bedoeld in artikel 24, lid 4 van de Successiewet 1956 (de zogeheten rangschikking). Gezien de doelstelling is zij erkend als culturele ANBI voor de periode van deze overheidsregeling ter stimulering van het geven aan culturele goede doelen.

Grondslag en doelstelling
De stichting heeft tot doel het beheer van collecties die tot het erfgoed van protestantse zendingen in Nederland behoren. Deze collecties kunnen onder andere bestaan uit kunstvoorwerpen, etnografica, geschenken, tentoonstellingen, films, dia’s, geluiddragers, boeken en andere archivalia.
Het beheer omvat tevens het – al dan niet in bruikleen – verwerven, verzorgen, catalogiseren, publiceren, en uitlenen van (delen van) collecties.

Bestuur en administratie
De stichting werkt met een bestuur dat verantwoordelijk is voor alle te nemen besluiten. Het is tegelijk een uitvoerend vrijwilligersbestuur dat al die taken verricht of laat verrichten teneinde vorm te geven aan de doelstelling van de stichting.
Het bestuur laat zich bijstaan door een werkgroep die – onder leiding van en aangestuurd door het bestuur – uitvoerende taken verzorgd zoals:
– Het in ontvangst nemen en actief opsporen van aanvullingen op de collectie
– Het materieel verzorgen van de collectie
– Het (doen) opslaan van de collectie
– Het inventariseren en beschrijven van de collectie
– Het ontwerpen en onderhouden van een website waarop de collecties te raadplegen zijn
– Het verzorgen van de uitleen van collecties
– Het samenstellen van tentoonstellingen met het materiaal van de collecties
– Het zelf organiseren van tentoonstellingen
– Het geven van lezingen zowel in het Zendingserfgoedhuis als op locatie
– Het uitgeven van zendingserfgoed kalenders

Ontwikkeling onder beleidsplan 2016-2020
De uitbreiding van de collectie vond gedurende de gehele periode plaats en in rap tempo, waardoor het Zendingserfgoedhuis al snel te klein werd. De Protestantse Kerk in Nederland schonk nogmaals een groot aantal voorwerpen uit de voormalige zendingscollecties van de Hervormde en de Gereformeerde kerken. Daarnaast werd een grote collectie van Verre Naasten, de zendingen van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, ontvangen. Een behoorlijk aantal particulieren met een eigen zendingsverleden of dat van hun ouders boden voorwerpen aan. De collectie groeide daardoor in omvang en samenstelling. Grotere collecties zijn daardoor ontstaan rond Papua, Balinese (schilder)kunst,  zendingsbusjes, zendingskalenders, hongerdoeken, Bijbels en kerststallen.

Gedurende de periode van het voorgaande beleidsplan 2016-2020- kon met behulp van schenkingen van stichtingen een opslagruimte aan de Mr. Oudweg 1 in Zuidland worden verworven, wat nodig was in verband met de grote groei van de collectie. In het Zendingserfgoedhuis aan de Dorpsstraat 22-24 te Zuidland werden voortdurend door de vrijwilligers verbeteringen voor wat betreft inventaris en opslagmogelijkheden aangebracht om de collecties op zo efficiënt mogelijke wijze onder te brengen. Ook aan het reguliere onderhoud aan het exterieur van het pand werd met regelmaat gewerkt. Doorgaans in eigen beheer en met eigen financiële middelen.

In het kader van het onder de aandacht brengen van de collectie en het werk van de stichting werden regelmatig nieuwsbrieven verspreid en werd de website actueel gehouden. Het lukte niet om een groot deel van inmiddels geïnventariseerde objecten ook op de website zichtbaar en toegankelijk voor het grote publiek te maken.

Het in 2015 gestarte zendingserfgoedkalender project werd gedurende de gehele periode voortgezet, zodat het inclusief de eind 2020 aangeboden kalender nu zeven edities zijn verschenen. Bij drie ervan verscheen ook aanvullend materiaal.

De uitleen van materialen aan plaatselijke gemeenten stagneerde, waarschijnlijk als gevolg van verminderde beschikbaarheid van kader in deze kerken. De wisseltentoonstelling in de Welkomkerk in Zuidland is echter wel een doorgaande activiteit. Een enkele keer medewerking verleend aan een plaatselijke tentoonstelling zoals in Den Haag-Scheveningen en Oegstgeest. Op eigen initiatief werden tentoonstellingen georganiseerd van werk van de Balinese christelijke kunstenaar Nyoman Darsane en over de Molukse Kerken in Nederland en hun wortels in de Molukken zelf, telkens op vier locaties te zien. Deze laatste tentoonstelling werd medegefinancierd door een Cewin-subsidie van het ministerie van VWS. Aan deze tentoonstelling waren een interviewproject met Molukkers in Nederland en in de Molukken en de uitgifte van een tentoonstellingsboek verbonden.

De verwachte werkzaamheden om de doelstelling te realiseren zoals in de vorige beleidsplanperiode genoemd zullen worden voortgezet.
Dit zijn:
– Geselecteerde toevoegingen aan de collectie
– Uitbreiding met collecties van protestantse zendingen buiten voormalig Hervormd of Gereformeerde zoals Luthers, Doopsgezind, Christelijk Gereformeerd, en dergelijke
– Het inventariseren van de gehele collectie
– Het ontsluiten van de collectie door het plaatsen op de website
– Het continue actualiseren van de website
– Het onderhouden van het exterieur, het interieur en de inventaris van het Zendingserfgoedhuis
– Het verzorgen van de uitlening
– Het organiseren van tentoonstellingen
– Het verzorgen van lezingen over de collectie
– Het uitgeven van de Zendingserfgoedkalender
– Het onderhouden van het contact met vrienden van het werk door nieuwsbrieven en activiteiten
– Het leggen en onderhouden van contacten met musea en instellingen zoals het Wereldmuseum Rotterdam, Het Volkenkunde Museum Leiden en het Catharijne Convent
– Het vergroten van de zichtbaarheid van het werk van de stichting
– Het bevorderen van onderzoek op het terrein van het zendingserfgoed

Bijzondere aandachtspunten in deze beleidsplanperiode
In de komende jaren zijn prioriteiten:

  • Het volledig inventariseren van de collectie
  • Het volledige plaatsen van de collectie op de website
  • Het borgen van de continuïteit van het werk qua bestuur, vrijwilligers en toekomstige onderbrenging van de museale collectie
  • Het verwerven van de financiële middelen daarvoor

Middelen
De financiële middelen die de stichting nodig heeft voor het vormgeven van haar werk ten behoeve van de doelstelling verkrijgt de stichting van andere ANBI instellingen voor wat betreft grotere investeringen in ruimte, interieur, inventaris en collectie. De stichting zal ook in de komende periode gedragen moeten worden door giften van stichtingen & verenigingen, particuliere donateurs en schenkingen van bedrijven.
Ter ondersteuning van de activiteiten wordt de zendingserfgoed kalender uitgegeven waarvan de opbrengst o.a. tot instandhouding van het Zendingserfgoedhuis dient.
Voor kosten verbonden aan tentoonstellingen in de vorm van tijdelijk uitgeleende collecties zal de stichting bijdragen vragen van de kerken, kerkelijke gemeenten, overheidssubsidies en/of organisaties die een tentoonstelling op basis van de beschikbare collecties aanvragen of wensen te realiseren.
Het belangrijkste middel naast de noodzakelijke financiële middelen is echter de inzet van vrijwilligers die vele uren aan de vele werkzaamheden van bestuur en werkgroep besteden. Uitbreiding van het aantal betrokken vrijwilligers is daarom van groot belang.

Vastgesteld in de bestuursvergadering van 25 november 2020.