De geschiedenis van de hongerdoeken
Al bijna dertig jaar worden voor de vastentijd zogenaamde hongerdoeken gemaakt en verspreid om te worden opgehangen in kerk, school of parochiecentrum. Het hongerdoek gaat terug op een oud, middeleeuws gebruik. Hij werd opgehangen om in de vastentijd het altaar waar de viering van de eucharistie plaatsvond aan het oog te ontrekken. Dat stond symbool voor de uitbanning van de mens uit het paradijs. Het had ook te maken met de opvatting van de Middeleeuwse christen dat hij als zondige mens onwaardig was om het altaar te naderen. Aanvankelijk waren het eenvoudige linnen doeken, later werden ze beschilderd met voorstellingen van het leven, lijden en sterven van Jezus. Zo zijn de doeken eeuwenlang een praktische vorm geweest van verkondiging en katechese. Omdat de doeken tijdens de vastentijd werden opgehangen kregen ze de naam ‘hongerdoeken’.
In de huidige tijd
Midden jaren zeventig werd deze vergeten traditie opgepakt door de Duitse katholieke ontwikkelingsorganisatie ‘Misereor’ (www.misereor.de). Door Misereor werd er echter een actuele betekenis aan gegeven door kunstenaars uit het Zuiden te vragen nieuwe hongerdoeken te maken vanuit thema’s die hen aanspreken. De gedachte erachter was: waarom zouden wij, ‘moderne armen’ in het Westen niet door symbolen en beelden uit het Zuiden tot nieuwe instelling en houding, tot vernieuwd geloven kunnen worden gebracht? Sinds 1976 heeft Misereor 14 hongerdoeken uitgebracht. Ze zijn tot 1999 in Nederland verspreid door de stichting Hongerdoeken in Den Bosch, opgericht door het toenmalige Missiecentrum aldaar. Vanaf 2000 doet Vastenaktie Nederland, nu een onderdeel van de grote katholieke ontwikkelingskoepel Cordaid, de verspreiding. De hongerdoeken zijn – voor zover nog voorradig – nu bij Vastenaktie in Den Haag te bestellen (www.vastenaktie.nl).
januari 2008